Marrons zijn nakomelingen van gevluchte tot slaaf gemaakten die in het binnenland van Suriname woonden en nog wonen. Nakomelingen van vrijheidsstrijders dus. ‘Marron’ is dan ook een geuzennaam tegenwoordig. De term ‘Busnengre’ (bosneger of boslandcreool) wordt niet meer gebruikt.
Uiteraard wonen er ook nazaten in Nederland, waaronder politici, schrijvers, economen, sociologen, activisten en kunstenaars. Bekende Tilburgse nazaten van Marrons zijn Eddy Dap (reeds overleden), Kenny B, Steven Brunswijk en Amayota & Mandela Wee Wee.
Marrongroepen
Er zijn in Suriname zes verschillende Marrongroepen of volken, ieder met een eigen cultuur, maar toch zeer verwant. Voor deze zes volken zijn verschillende namen en schrijfwijzen in omloop. Het is de gewoonte om de eigen naam te gebruiken:
Okanisi = Ndyuka = Aukaners
Saamaka = Saramacaners
Paamaka = Paramakaners
Matawai = Matuariërs
Aluku = Boni’s
In 1974 – in het zicht van de onfhankelijkheid van Suriname – stelde André Pakosie in overleg met alle toenmalige Granmans van de verschillende Marrongroepen de ‘Dag van de Marron’ in. Jaarlijks werd zo de strijd herdacht van de Surinaamse Marrons tegen onderdrukking en voor vrijheid.
Sinds 2010 is 10 oktober een nationale feestdag in Suriname. Op deze dag wordt de unieke bijdrage gevierd die de Marrongemeenschap speelde in de geschiedenis van het land. Het voert terug naar 10 oktober 1760 toen de Marrons voor het eerst een vredesverdrag afsloten met de koloniale overheid.
Geschiedenis
Tussen 1650 en 1830 brachten slavenhandelaren ruim een kwart miljoen Afrikanen naar Suriname om te werken op de plantages. Een deel wist te ontsnappen aan de slavernij. Deze Marrons vestigden zich in de binnenlanden, een terrein van moerassen en oerwouden. Ze voelden zich daar redelijk veilig en stichtten er dorpen en leefden van de jacht en visserij, met gebruikmaking van hun Afrikaanse sociale en culturele erfenissen.
Tussen 1757 en 1793 waren er verschillende gewapende conflicten tussen de koloniale overheid en de Marrons. Op wikipedia worden deze wel de ‘Boni-oorlogen’ genoemd. Op 10 oktober 1760 sloot de koloniale overheid, zeg gerust Nederland, voor het eerst een vredesverdrag met één van de stammen van de Marrons, de Aukaners. Deze groep kreeg juridische vrijheid en territoriale rechten in het binnenland. Vervolgens sloten in 1762 en in 1767 respectievelijk de Saramakaners en de Matuariërs verdragen met de overheid. Gegrift in het geheugen van de Marrons staat vooral het eerste verdrag en de datum ervan, 10 oktober.
Enkele bekende Afro-surinaamse vrijheidsstrijders zijn Da Sipanyoo, Da Paku Paku, Boni, Baron, Bayon en Kwaku. In Nederland kennen we het jaarlijkse Kwakoe-festival, al vanaf 1975. Kwakoe betekent ‘woensdag’ in de rituele Kromanti-taal van de Marrons in Suriname. Het verwijst naar 1 juli 1863, de dag dat in Suriname en de Nederlandse Antillen de slavernij werd afgeschaft.